Het valt niet mee om tegenwoordig een adellijk geslacht in stand te houden. Het onderhoud aan de voorouderlijke kastelen en paleizen kost een vermogen en er zijn weinig inkomsten.
Om die reden wordt er regelmatig wat geveild, zowel de Thurn und Taxis’jes als de Hannovers genereerden zo inkomsten om hun vorstenhuis te behouden. Prins Georg van Pruisen, het hoofd van het Huis van Hohenzollern heeft hetzelfde gedaan.
Bij Sotheby in Londen gaan 44 waardevolle kunstschatten, maar ook de nodige royal soepterrines van de familie onder de hamer. Het Duitse ministerie van Cultuur noemt het betreurenswaardig dat het adellijke huis heeft besloten om ‘nationaal waardevolle kunstwerken’ in het buitenland tegen een maximumprijs te veilen. Op de eerste dag bracht de veiling al 10,8 miljoen euro op.
© Sotheby
Onder de topstukken zijn twee kandelaars uit de Ridderzaal van het Berlijnse paleis met een geschatte waarde van 950.000 tot 1,43 miljoen euro en een zilveren drinkbeker van de Grote Keurvorst met een waarde van 296.000 tot 415.000 euro.
© Sotheby
Het ministerie van Cultuur stelt dat de Hohenzollerns niet bereid waren met de Stichting Pruisische Paleizen en Tuinen te onderhandelen over een verkoop en de objecten daarmee voor het publiek in Duitsland te behouden.
© Sotheby
Prins Georg van Pruisen, hoofd van het Huis Hohenzollern, vertelde dat de familie in dit geval bewust voor een openbare verkoop had besloten, zodat alle geïnteresseerden in de gelegenheid zijn aan de veiling deel te nemen. Met andere woorden: Ka-ching!
Lees ook:
- Babynieuws! Prinses Sophie van Pruissen in verwachting van vierde kind
- En het nieuwe Pruisische prinselijke spruitje heet…
