Alles over prinses Alice: De bijzondere moeder van prins Philip

Maar, wie was Alice van Battenberg?

Een dove prinses die door Freud 'seksueel gefrustreerd' werd verklaard en zich ontpopte tot verzetsheldin én non: de Queen had aan prinses Alice een bijzondere schoonmoeder. Maar, wie was Alice van Battenberg?

Prinses Alice was de moeder van prins Philip, de hertog van Edinburg en dus de schoonmoeder van koningin Elizabeth. Ze was aangeboren doof, maar kon liplezen in vier talen en leerde zeer goed spreken voor iemand die niet kon horen wat ze zei. Alice trouwde in 1903 met prins Andreas (ook wel Andrew genoemd) van Griekenland met wie ze vijf kinderen kreeg: vier dochters en Philip.

Het was onrustig rond Philips geboorte in 1921: ze beviel op de keukentafel van een huisje op Corfu zonder elektriciteit, toilet of heet water. Na de Griekse staatsgreep van 1922 dreigde Andreas wegens staatsverraad te worden geëxecuteerd. Alice deed een beroep op haar Britse familielid, koning George V. Die had eeuwig spijt dat hij zijn Russische neef de tsaar niet had geholpen toen die hem om hulp vroeg (de tsaar werd geëxecuteerd) en maakte die fout niet nog eens.

De koning stuurde de HMS Calypso naar Griekenland, Alice evacueerde haar jongste in een sinaasappelkistje en woonde daarna met haar gezin als balling in Parijs. Na 1930 werd ze diverse keren opgenomen wegens 'zenuwinzinkingen'. Officieel leed ze aan schizofrenie, waar je je vraagtekens bij kunt zetten. Ze was erg gelovig geworden door haar werk voor goede doelen en had zich bekeerd tot de Grieks-Orthodoxe kerk. Een en ander schuurde erg met Andreas' liefde voor het goede leven. Freud kwam eraan te pas, concludeerde dat haar gedrag voortkwam uit seksuele frustratie (what else?) en adviseerde haar eierstokken met röntgenstraling aan te pakken om haar libido te vernietigen. Inmiddels weten we dat Freud bepaald niet het genie was waar hij destijds voor werd aangezien. Het zou ook zomaar kunnen dat zowel Andreas als Alice een midlifecrisis had en de eerste van zijn vrouw af wilde waarbij het 'chiquer' was haar gek te laten verklaren dan van haar te scheiden. Het hielp Alice' gemoedsrust vermoedelijk niet dat drie van haar dochters met Duitse aristocraten trouwden en met de nazi's sympathiseerden.

Philip was negen toen zijn moeder letterlijk door mannen in witte jassen werd afgevoerd en zag haar pas weer op zijn zestiende. Tweeëneenhalf jaar lang werd Alice tegen haar zin vastgehouden in het Bellevue Sanatorium in Zwitserland. Andreas ging met zijn maîtresse naar de Rivièra, waar het casino in Monte Carlo hem aan een gokverslaving hielp. Philip bleef moederziel alleen achter in Parijs en werd naar zijn oma van moeders kant in Engeland gestuurd en kwam zo op een kostschool terecht.

Na haar ontslag uit de kliniek zwierf Alice vijf jaar rond en verloor al het contact met haar familie. In 1937 kwamen haar dochter Cécile en twee van haar kleinkinderen om bij een vliegtuigcrash, op hun begrafenis zag ze Andreas en Philip weer voor het eerst sinds ze was opgenomen. Philip zat toen al op een kostschool in Engeland, met Andreas wilde ze begrijpelijkerwijs niets meer te maken hebben. Andreas ging verder met flierefluiten in Monaco waar hij in 1944 stierf, Alice vestigde zich in het begin van de Tweede Wereldoorlog in Athene dat was bezet door de Duitsers. Zo werd Alice de grote verzetsstrijder in haar familie, waarvan leden hoge functies in het Duitse leger hadden. Toen een Duitse generaal haar bezocht en vroeg of hij iets kon doen om haar te helpen, antwoordde ze met royal sass: “U kunt uw troepen uit mijn land halen.”

Tijdens de oorlog smokkelde ze voorraden vanuit Zweden onder het mom van bezoeken aan haar zus. De voedselpakketten die haar broer haar stuurde, deelde ze uit aan de armen. En ze liet een joods gezin bij zich onderduiken in haar tweekamerflatje dat pal naast het plaatselijke nazihoofdkwartier lag. Na de oorlog richtte ze een eigen Grieks-Orthodoxe kloosterzusterorde op: Christelijke Zusterschap van Martha en Maria, een orde die vooral draaide om verpleging. De eenvoud waarin ze leefde, stond in schril contrast met haar start in weelde.

Bij wijze van rehabilitatie was ze van harte welkom bij het huwelijk van Philip en Elizabeth. Die laatste vond haar schoonmoeder 'prettig gezelschap, maar wel een beetje vreemd' en was als de dood dat Alice in haar habijt als 'Zuster Andreas' naar het huwelijk van de eeuw zou komen. Alice nam uiteindelijk genoegen met een niet al te wufte hoed en een eenvoudige zijden jurk die Elizabeth later omschreef als 'erg mooi en uiterst gepast'. Alice staat hier als vijfde van links naast koningin Mary.

Bij de kroning van Elizabeth liet ze zich overigens niet ompraten en droeg ze een chique vorm van haar gebruikelijke habijt. Elizabeth, die als Queen tevens leider van de kerk werd, kon niets inbrengen tegen zoveel standvastige vroomheid.

Na alweer een Griekse staatsgreep in 1967 ging Alice, die inmiddels in de tachtig was, bij haar zoon en schoondochter Elizabeth op Buckingham Palace wonen. Alice stierf in 1969 in Buckingham Palace zonder bezittingen: ze had alles al weggegeven. De prinses is bijgezet bij haar geliefde tante Elisabeth in de Maria Magdalenakerk bij Getsemane op de Olijfberg in Jeruzalem. En dáár bezocht haar achterkleinzoon prins William haar in 2018 tijdens zijn bezoek aan het Midden-Oosten.

Bron: Royalty Online, Ella Vermeulen, Vogue UK | Beeld: BrunoPress, Bsr Agency

Laatste nieuws