Hij is nu te zien als monnik in de film Storm, en dat is precies wat Egbert-Jan Weeber (35) wil: extremen opzoeken en wég met dat pretty boy-imago.
“Het liefst zou ik niet vanwege mijn looks gevraagd worden, maar enkel vanwege mijn acteerprestaties. De rol van knap persoon is per definitie niet interessant om te spelen”, vertelt hij. “Mensen hebben me in het verleden weleens ‘soapie’ genoemd, dat deed me pijn. Je moet er als acteur voor uitkijken dat je niet blijft hangen in een bepaald soort rollen en type films. Ik heb niets tegen romantische komedies; je hebt acteurs die daar supergoed in zijn. Maar als ikzelf moet kiezen wie ik liever zou zijn, Hugh Grant of Johnny Depp, dan ben ik liever een rare piraat of de Mad Hatter. Ik hou ervan om de gekte op te zoeken en ik hou van personages met een duister randje, een rare tik of stopwoordjes.”
Wat er nog op zijn bucketlist staat? “Duistere figuren spelen, junks of foute politici. Ik wil extremen opzoeken en echt transformeren voor een rol door heel hard te trainen, dik te worden of juist heel veel af te vallen.” Egbert-Jan is geen acteur geworden voor de roem, maar omdat het zijn passie is. “Roem maakt mensen gek. Hoe beroemder je wordt, hoe eenzamer je bestaan is, want mensen denken je allemaal te kennen, maar jij kent hen niet, dus je wordt wantrouwend en gaat je afzonderen. Het is allemaal heel verknipt. Ik vind het leuk om complimenten te krijgen voor dingen die ik maak, maar bekendheid is niet iets waarvoor ik teken. Ik ben toch meer een kunstenaar die mooie rollen wil spelen.”
Het hele interview lees je in de nieuwe Grazia.
