De een droomt dat ze op de vlucht is, een ander slaapt naast een Mount Everest van kleding. Voormalig The Gathering-zangeres Anneke van Giersbergen vertelt in de nieuwste Beau Monde openhartig wat ze in haar bed uitspookt (en wat niet).
Ochtendmens
“Het is voor mijn lijf het beste als ik rond tien uur naar bed ga en rond zeven uur ’s ochtends weer opsta", vertelt Anneke. “Dan kan ik de wereld aan. Ik ben van nature een ochtendmens, dus ik heb het verkeerde beroep gekozen. Maar ook als ik niet hoef op te treden, lig ik er meestal te laat in. Nog even een serie kijken, e-mails beantwoorden, kletsen. Dan kijk ik op de klok en is het alweer half één ’s nachts.”
Voor het slapengaan relaxt ze meestal nog even. “Ik vind het lekker om voor het slapengaan in bed een stukje te lezen. Daarna doe ik nog een laatste rondje socials en dan ga ik slapen. Nu ik aan het toeren ben, komt dat er weinig van. Als ik dan rond half twee ’s nachts in bed lig, ben ik zo knettermoe dat ik meteen omval.”
Rob
Het knuffelen met manlief Rob mag ook niet ontbreken voordat Anneke haar ogen sluit. “Mijn beginpositie is op mijn rechterzij, naar Rob toe. Dan kletsen we wat, daarna knuffelen we nog even, met de benen in elkaar gehaakt. Maar als we echt gaan slapen, dan ga ik los van hem liggen en draai ik me om, op mijn linkerzij. Anders kan ik niet slapen.”
Dromen
Eenmaal in slaap gaan Annekes dromen niet alleen maar over rozen. “Ik heb jarenlang gedroomd dat ik met mijn vader voor iets op de vlucht ging. We moesten heel hard rennen en ons verstoppen, voor de maffia of iets anders engs. Het was levensecht, heel akelig. Ik heb daar best onder geleden, ook omdat het doorging toen ik op mezelf woonde. Dan belde ik daarna mijn vader altijd even: ‘Pap, is alles oké met jou?’ Die nachtmerrie komt nog steeds wel terug, maar ik heb ook de klassieke artiestendroom: dat ik het podium op moet, maar nog in mijn joggingbroek sta en mijn tekst niet weet.”
Opstaan is voor Anneke soms nog weleens lastig. “Ik ben een snoozer-loser", biecht ze op. "Ik zet de wekker een halfuur eerder, zodat ik dertig minuten kan snoozen. Tussen elke snooze beleef ik hele avonturen in mijn dromen, wat ik prettig vind. Maar eigenlijk word je natuurlijk alleen maar moe van dat steeds weer wegdommelen.”
Tekst: Fleur Baxmeijer | Foto’s Ruud Baan, Mark Uyl, Helene Wiesenhaan