Journaliste en society-watcher Ella Vermeulen becommentarieert de wereld van Hollywood en omstreken. Dit keer staat ze stil bij de tumultueuze carrière van Linda Evangelista.
Doodzonde
Linda Evangelista (58) is een van de Magnificent Seven, de supermodellen die in de jaren negentig als opgewekte glamazones, vrouwen zoals jij en ik opzadelden met het schier onhaalbare schoonheidsideaal van lang en slank moeten zijn met toch wat rondingen (maar wél zonder putjes). Evangelista was de eerste, de beste en de professioneelste, die het doodnormaal vond om minimaal tienduizend dollar met een klus te verdienen.
Linda was ook degene die het hardst viel toen ze een modellendoodzonde beging: ze werd ouder en ze kwam na een miskraam wat aan. Prestigieuze opdrachten droogden in rap tempo op, collega’s met meer genetisch geluk, zoals Naomi en Cindy, werkten intussen gewoon door.
Misvormd
En toen werd Linda hetzelfde als al die vrouwen die eerder al wanhopig naar dat onhaalbare schoonheidsideaal hadden gekeken. Ze ging hongeren zonder succes, ze ging sporten tot ze erbij neerviel, ze sloeg aan het tweaken en ze onderging behandelingen waarbij vetcellen worden ‘doodgekoeld’ waarna ze door het lichaam worden afgebroken. Gaat dat goed, dan heb je een slanker silhouet. Bij Linda ging het fout en vermeerderden de vetcellen zich juist: ze kreeg bulten onder haar kaak, tussen haar dijen en in haar behazone. “Ik ben voorgoed misvormd,” zei ze vorig jaar. “Zelfs na pijnlijke hersteloperaties. Ik ben, zoals de media het omschrijven, ‘onherkenbaar’. Het heeft me niet alleen van mijn inkomen beroofd, maar ook in een cyclus gebracht van diepe depressie, oprecht verdriet en eenzame diepten in zelfwalging. Hierdoor ben ik een kluizenaar geworden.”
Het is makkelijk om ‘eigen schuld, ijdeltuit’ te denken, maar ik ga het een vrouw niet kwalijk nemen dat ze haar verdienmodel probeerde te redden en de pech had bij de kleine groep met complicaties te horen. Vorig jaar kwam ze ermee naar buiten, na jaren schaamte, hoodies, sjaals, coltruien en wijde jassen. Ze vertelde hoe ze haar armen niet meer langs haar lijf kan laten hangen door de bulten en liet zien hoe haar dijen tot bloedens toe langs elkaar heen schaven ‘want het is geen zacht vet dat tegen elkaar aankomt, maar hard vet’.
Terugkeer
De genadeloze fashionscene bleek nog iets van een hart te bezitten: Linda kreeg weer werk. Beeldig verpakt in een ruime zijden jas liep ze eerder dit jaar voor Fendi, iets minder ‘zwanenhals’, nog altijd indrukwekkend. Ze stond met drie collega’s op de cover van het septembernummer van Vogue.
Vorig jaar, na haar ‘coming-out’, sierde ze ’m in haar eentje. Couturiers blijken best flatterende kleding te kunnen maken voor menselijke maten en probleemzones. En Linda vertelt eerlijk hoe knappe visagisten wonderen verrichten en dat ze het zonder corrigerend ondergoed niet zou redden. Misschien is het allemaal wat minder magisch, maar deze nieuwe menselijkheid staat de modewereld best goed.
Deze column is afkomstig uit de nieuwste editie van Beau Monde. Hierin praat Ella je elke maand bij over wat haar opvalt in de showbizz-wereld. Nu in de winkels!
Tekst: Ella Vermeulen | Beeld: NL Beeld