Journaliste en society-watcher Ella Vermeulen becommentarieert de wereld van Hollywood en omstreken.
Corona mag dan het leven van, nou ja, iedereen lelijk overhoop halen, er is te weinig oog voor het schrijnende leed onder de miljonairs in Hollywood. Minder producties en minder werk is tot daaraan toen, maar minder aandacht? Dat weegt niet op tegen in riante villa’s zonder geldzorgen je lockdowns kunnen uitzitten.
En dus is menig acteur en actreutel dolgelukkig met Cameo, een app waarmee fans tegen betaling persoonlijke boodschappen kunnen vragen aan hun idolen. Celebs te huur dus, voor een verjaardagswens, een baby reveal of om het uit te maken met iemand - niets is te gek. De sterren die eraan meedoen, beweren allemaal met droge ogen dat ze het doen om de fans een opkikkertje te bieden in barre tijden. Aan deze quasi onbaatzuchtigheid hangt een prijskaartje dat een aardig inzicht geeft in de AEX van Hollywood in het algemeen en het ego van de ster in kwestie.
Zo vraagt Caitlyn Jenner 2.000 euro voor een nietszeggende video van 20 seconden, terwijl acteur en muzikant Ice-T er voor 250 euro iets leuks en persoonlijks van maakt. Een paar minuten live-chatten behoort ook tot de opties, maar is aanzienlijk duurder. Een van de meest gewilde celebs is Monty Python-lid John Cleese, die à 200 euro welwillend en pijnlijk enthousiast een beledigend clipje voor je inspreekt. “Ik kan ook aardig, liefhebbend en sympathiek zijn als je dat wilt,” meldt hij, “maar daar vraag ik meer voor, omdat het zo f*cking saai is.”
Laat nou ook Ed Asner op Cameo te vinden zijn. Die van 1977 tot 1982 chef-redactie Lou Grant speelde in de gelijknamige serie over een krant. Ik was destijds twaalf, wilde al sinds mijn achtste journalist worden en was volkomen verslaafd aan deze serie. De redacties waar ik later mocht rondlopen, leken allemaal op die van de fictieve Los Angeles Tribune, maar geen van mijn chefredacteuren leek zelfs in de verste verte ooit op Lou. Voor mij is hij echter altijd degene gebleven die me een kijkje in mijn toekomst gaf.
Dus heb ik 184 euro stukgeslagen aan een persoonlijk bericht van Asner, inmiddels 91, die me vanuit zijn keuken als Lou Grant toe bulderde “waar mijn kopij bleef en of ik niet wist wat een deadline was”. Met als toetje nog wat aardige woorden, dat hij het leuk vond dat de serie me zo had geïnspireerd, maar dat hij zelf eigenlijk de pest had aan journalisten. Het was een hilarische monoloog die in luttele seconden al mijn herinneringen aan Lou Grant omvormde; altijd het gevaar van je helden ontmoeten. Maar toch was het elke cent waard, puur om me weer even twaalf te voelen. Deze column heb ik trouwens te laat ingeleverd, maar bij Lou zat er uiteindelijk altijd wel een beetje rek in een deadline, net als bij mijn huidige chef-redactie gelukkig. Lijkt ze toch een beetje op hem. Alleen is ze echt véél knapper.
- Ella Vermeulen