Waarom koningin Margrethe vrijwel al haar titels opgaf

Ze is koningin, niets meer en niets minder.

Koningin Margrethe II van Denemarken zit al sinds 1972 op de troon. Ze bekleedt daar op meerdere manieren een bijzondere positie. Een van de redenen daarvoor is dat ze nog maar één officiële titel hanteert. 

Op twee manieren bijzonder

Het eerste bijzondere punt omtrent Margrethe en haar heerschap, is de manier waarop ze koningin is geworden. Aanvankelijk was ze namelijk geen kroonprinses, omdat de geldende wet geen vrouwelijke erfopvolging goedkeurde. Die wet werd in 1953 geschrapt, waardoor Margrethe wel kroonprinses werd. De eerdere wettelijke troonopvolger, Margrethes oom prins Knud, werd een plek naar achter geschoven.

Het tweede bijzondere punt is haar titel. Waar haar voorgangers allemaal diverse, lange titels hanteerden, koos Margrethe ervoor om die allemaal op te geven. Zij draagt alleen nog de titel ‘Koningin van Denemarken’, niets meer en niets minder.

Denemarken en IJsland

Wat hadden Margrethes titels allemaal kunnen zijn? Haar grootvader, koning Christian X, droeg onder andere de titels Koning van Denemarken en Koning van IJsland. In 1944 werd de Deens-IJslandse unie echter opgeheven en moest hij die tweede titel opgeven. IJsland ging verder als op zichzelf staand land. Er waren echter ook verschillende hertogdommen waarmee de koningen in Denemarken waren verbonden, onder andere die van Holstein, Dithmarschen, Lauenburg en Oldenburg.

Hertogdom van Holstein

Een lesje geschiedenis: Het hertogdom van Holstein ontstond in 1474, toen koning Christian I van Denemarken het district door keizer Frederick III liet uitroepen tot een hertogdom. Na de annexatie in 1866 ging het tot het Pruisische rijk behoren. De Deense monarchen bleven de titel echter gebruiken tot 1972. Tegenwoordig behoort hij toe aan prins Dimitri Pavlovich Romanovsky-Ilyinsky, een afstammeling van Russische royals.

Hertogdom van Dithmarschen, Lauenburg en Oldenburg

De titel ‘hertog van Dithmarschen’ werd vanaf 1550 in de Deense royal family gebruikt. De drie groepen die dat hertogdom veroverd hadden, verdeelden het onder elkaar. Pas in 1864 werden de drie delen weer samengevoegd onder naam van Denemarken.

De titel ‘hertog van Lauenburg’ werd het minst lang gebruikt door Deense vorsten, omdat dit hertogdom alleen Deens domein was tussen 1815 en 1864. Daarna werd het onderdeel van het Pruisische Rijk. Toch bleef het onderdeel uitmaken van de titels die binnen de Deense royal family werden gehanteerd.

Het hertogdom van Oldenburg is het bekendst binnen Denemarken. De Oldenburg-tak van de familie was in Denemarken van 1448 tot 1818 aan de macht. Daarna nam de Glücksburg-tak het over, waar Margrethe een afstammeling van is.

Alleen koningin

Margrethe heeft er dus voor gekozen om afstand te doen van al deze hertog(in)titels toen ze koningin werd. Ze wordt alleen nog ‘koningin van Denemarken’ genoemd en heerst over alles wat tegenwoordig ‘proper Denemarken’ wordt genoemd. De Faroe-eilanden en Groenland zijn namelijk ook onderdeel van Denemarken, maar hebben een eigen bestuur. Margrethe heeft daar alleen een symbolische rol.

Bron: Royal Central | Beeld: BrunoPress

Laatste nieuws