Stampvoeten, met stoelen smijten, uithuilen bij Oprah, de chauffeur meppen - soms wint ook bij royals de emotie het even van het gezonde verstand.
Een van de belangrijkste functieomschrijvingen voor een royal is bovenmenselijke beheersing. Niet rennen, niet te uitbundig lachen en vooral: nooit boos worden in het bijzijn van mensen die uit de school kunnen klappen. Dat gaat vaak goed, dankzij discrete vrienden en hofmedewerkers met een dichtgetimmerde zwijgclausule in hun contract. Maar Meghan en Harry’s onthullende gesprekje met Oprah bevestigt maar weer ’ns dat ook in paleizen van alles broeit en een deur heus wel eens boos wordt dichtgeslagen. Hoe gaat dat eigenlijk bij onze eigen Oranjes?
Neem Beatrix, die als prinses vanaf haar geboorte in een keurslijf werd gewrongen. Iets wat niet lekker samenging met haar... euh, pittige karakter en de zweverige denkbeelden van moeder Juliana. In het boek ‘Dwars door alle weerstand heen’ van Jutta Chorus wemelt het van omschrijvingen als ‘koppig, driftig en drammerig’. En toen Beatrix – op eigen initiatief, zo was ze ook wel weer – van het zweverige schooltje van Kees Boeke overstapte naar het Baarns Lyceum, moest ze niet alleen inhoudelijk worden bijgespijkerd, maar maakten de leerkrachten zich ook zorgen over ‘een gebrek aan beschavingsdiscipline en omgangsvormen.’ Zo zo.
Geef de Russen maar de schuld
Qua leerstof kwam het goed (Beatrix was hartstikke slim), maar haar muziekjuf noemde haar ‘lastig’, omdat ze haar tegenzin nooit kon verbergen, en ook andere leraren constateerden dat ze het hoog in de bol had. Geen wonder natuurlijk, als je wordt grootgebracht als aanstaande koningin in een bubbel vol jaknikkers met een wazige moeder en grotendeels afwezige vader. Maar zelfs met dat als verzachtende omstandigheid was Beatrix als puber een verrukkelijke driftkop volgens Oranjekenner Fred Lammers. In ‘Beatrix, een instituut’ schrijft hij: “Stampvoetend van kwaadheid trekt ze haar nylonkousen aan flarden. ‘Haar Russische bloed’ zou dat deel van haar karakter bepalen, verklaart zij zelf achteraf, iets waarmee haar grootmoeder Wilhelmina ook schermde als ze zich opwond.”
Juliana en de Playboy
Beatrix had het inderdaad niet van een vreemde, ook haar moeder Juliana was een stampvoeter van jewelste. “Ze kon flink driftig worden,” zei premier De Jong daarover. “Maar de driftbuien duurden nooit lang, dan had ze alweer spijt. Ze had een nogal ingewikkeld karakter. Soms kwam haar Anna Paulowna-bloed boven, naar haar Russische voorouder, zo noemden wij dat. Het was een beetje een merkwaardige mengeling dat karakter: lief en zorgzaam en dan opeens driftig.” Nog een voorbeeld: amateur-regisseur Herman de Roode vertelt over de jaren dat hij met Juliana toneel speelde op Soestdijk, waarbij de koningin gaarne de rekwisieten verzorgde. “Hare Majesteit legde altijd een aantal bladen neer,” zegt De Roode. “Op een gegeven moment was de Playboy verdwenen. Bernhard bleek hem te lezen op de eerste rij. Juliana stampvoette en riep: ‘Ik wil mijn Playboy terug!’”
Smijten met stoelen
Veelzeggend over het temperament van de Oranjes is ook het relaas van de vaste meubelmaker/stoffeerder op Soestdijk, over de boze buien van de jonge prinses Beatrix. Hij had, met een collega, een paar opnieuw beklede stoelen gebracht, zowel op Soestdijk als in Porto Ercole. De kleur beviel Beatrix niet: “Ze schreeuwde en gooide een stel stoelen in de richting van de collega. Die vielen kapot op de grond.”
Wil je dit hele verhaal lezen? Je leest het in de nieuwste Beau Monde. Te vinden in de schappen van je supermarkt óf je scoort 'm online via tijdschrift.land
- Ella Vermeulen