Als geen ander weet ze hoe het is om als ondernemende ziel en jonge Amerikaanse vrouw terecht te komen in de wereld van de Britse adel. Burggravin Hinchingbrooke, beter bekend als Julie Montagu, kan zich goed inleven in hoe Meghan Markle zich moet hebben gevoeld.
Meghan at 40
Veertig jaar wordt hertogin Meghan deze maand, een mijlpaal waar documentairemakers een leuke kans in zagen. In de nieuwe docu Meghan at 40: The Climb to Power zal het leven van de hertogin van Sussex onder de loep worden genomen, onder andere door Julie Montagu, Viscountess Hinchingbrooke.
Julie is zeker geen 'doorsnee' burggravin. Ze mag dan wel tot de Britse adel behoren en in een statig landhuis wonen, ze is ook tv-presentatrice én yogadocente. Ze groeide op in de Amerikaanse staat Illinois en had geen idee wat een Viscount überhaupt was toen ze de titel op de creditcard van haar date (inmiddels haar echtgenoot) zag staan. Inmiddels noemt ze zichzelf trots American Viscountess, de Amerikaanse burggravin. Maar een makkelijke combinatie is dat niet, zo vertelt ze in de documentaire.
Niet wat je wilt zijn
De burggravin snapt wel dat het royal leven heel anders was dan Meghan zich ooit voor had kunnen stellen. "Je kunt niet zijn wie je wilt zijn, niet doen wat je wilt doen en niet zeggen wat je wilt zeggen. Je hebt een plicht jegens de Queen en dat kan erg moeilijk zijn voor iemand als Meghan."
Een stukje cultuurverschil speelt zeker mee, aldus Julie. "Om de American Dream te laten varen en te accepteren dat 'je doet wat we zeggen' is moeilijk. Het is moeilijk om de liefde en de plicht hand in hand te laten werken, en dat is wat Harry en Meghan wilden in overleg met de Queen, die synergie, maar de Queen zei nee."
Julie Montagu verwacht dat Meghan daarom ook het inmiddels beruchte Oprah-interview aanging. "Ik denk dat ze het als een kans zag om haar verhaal met de wereld te delen, maar ook hoopte dat de royal family echt zou luisteren. Het is moeilijk om precies te zeggen waarom ze het deed, maar ik denk dat het duidelijk is dat ze boos waren."
- Tatler
- Brunopress