De saffieren ring van Diana en Kate, het diamanten juweel van Meghan en de roze steen van prinses Beatrice: het zijn stuk voor stuk iconische (en peperdure) verlovingsringen van de Britse royals. Maar de meest 'onbetaalbare' ring binnen de familie wordt door iemand anders gedragen.
Prijskaartje
De koninklijke sieraden zijn natuurlijk allemaal van onschatbare waarde, maar deskundigen durven er best een prijskaartje aan te hangen. Zo zou de verlovingsring van saffier en diamant die prins Charles in de jaren tachtig voor Diana kocht inmiddels tussen de 300.000 en 400.000 pond waard zijn (destijds telde de prins van Wales er 28.000 pond voor neer).
Volgens kenners zou prins Harry een aantal jaar geleden 90.000 pond hebben betaald om een verlovingsring met drie diamanten aan de vinger van Meghan Markle te schuiven. Die van prinses Beatrice zit ongeveer in hetzelfde prijssegment, terwijl die van zus Eugenie een tikkeltje goedkoper is met een prijskaartje van 70.000 pond.
Maar er is één verlovingsring die al zo lang in de familie zit, dat hij volgens experts als de meest kostbare moet worden gezien.
Art deco
Hoewel de winkelwaarde op 'slechts' 80.000 pond (91.000 euro) wordt geschat, is de verlovingsring van Camilla volgens kenners het meest waardevol. Dat komt doordat deze ring een veel langere geschiedenis heeft dan de glimmende juwelen van de andere royals.
Prins Charles ging in 2005 op één knie voor Camilla met een fonkelende ring in art-deco-stijl. Het sieraad – een 5-karaat diamant omringd door drie kleinere diamantjes aan iedere zijde – is nog van de oma van Charles, de moeder van Queen Elizabeth, geweest. Ook zij droeg de onbetaalbare ring al als een familie-erfstuk, wat betekent dat de historie van dit koninklijke juweel nog verder teruggaat.
Gezien de stijl is de ring waarschijnlijk gemaakt in de jaren twintig of dertig. De honderd jaar oude ring wordt nu nog bij elke openbare gelegenheid gedragen door de hertogin van Cornwall.
- Marie Claire, Good Housekeeping
- Brunopress