Een van de belangrijkste functieomschrijvingen voor een royal is bovenmenselijke beheersing.
Niet rennen, niet te uitbundig lachen en vooral: nooit boos worden in het bijzijn van mensen die uit de school kunnen klappen. Dat gaat vaak goed, dankzij discrete vrienden en hofmedewerkers met een dichtgetimmerde zwijgclausule in hun contract. Goed staaltje, Royal Anger Management.
Prins Philip, de man van koningin Elizabeth, was in het bijzijn van journalisten vaak één brok ergernis met Van Gaal-achtige trekjes. “Wat een stomme vraag!” en “Neem gewoon die f***cking foto!” waren nog zijn mildere uitvallen. Dochter Anne lijkt wat van die trekjes te hebben geërfd. En zijn vrouw kon er overigens ook wat van: een camerateam dat hen volgde tijdens een toer door Australië, filmde hoe de prins woedend hun verblijf uitstormde. De Queen smeet hem tennisschoenen en een racket na en schreeuwde dat hij terug moest komen. Toen hij niet onmiddellijk kwam, sleepte ze hem zelf weer naar binnen. De crew overhandigde op verzoek de beelden braaf aan de monarch, zo ging dat in 1954.
Ook andere Windsors is enige drift niet vreemd en ook zij gooien het graag op een restje Russisch DNA. Voor Elizabeths zus prinses Margaret had de technische dienst ten paleize behangrollen van haar vertrekken op voorraad, want ze gooide met veel gevoel voor drama nogal eens een glas tegen de muren. Met wodka was dat geen probleem, maar haar favoriete whisky – The Famous Grouse – vlekte lelijk. “Als ze boos was en tierde, dan was er niet zoveel aan de hand,” zegt Peter James, een lakei die in die tijd voor haar werkte. “Maar als ze boos en kalm was, was het mis. Ik heb gasten huilend zien vertrekken. Veel mensen waren bang voor haar. Wat ironisch was, want wie haar tegengas gaf, bleef sneller buiten schot. Het leek soms een spelletje, ergernis was een motortje waar ze op dreef. Het gaf haar iets te doen.”
De driftbuien hebben in Engeland een generatie overgeslagen. Kroonprins Charles staat bekend als een hilarische zeurpiet en weeklager (“Het is hier zeker een halve graad te warm, waarom moet ik zo lijden? Niemand begrijpt mij!”), maar hij is niet snel boos en zal ook niet met dingen gaan gooien. Zijn zonen William en Harry daarentegen, kunnen kortaangebonden, koppig en kwaad zijn. William, die prikkelbaar kan reageren als hij wordt bijgestuurd, botste twee keer enorm met zijn vader. De eerste keer was in 2000, toen hij van Charles geen gap year mocht nemen. Er was sprake van stemverheffing, er sneuvelde een ‘erg lelijke vaas’ en toen William zijn excuses had aangeboden – zo is hij ook wel weer – kwam het gap year er alsnog.
Hun tweede grote aanvaring was in 2008, toen William en Kate na een korte break een doorstart hadden gemaakt en Kate aanhoudend werd lastig gevallen door fotografen. William bulderde toen – tegen alle protocollen in – alle hulp vanuit het paleis voor zijn meisje bij elkaar. De herinnering aan hoe zijn moeder was opgejaagd, was nooit ver weg voor hem. Dat geldt ook voor Harry, wiens boze momenten ook met name draaien om al te opdringerige media: hij sloeg wel eens een fotograaf een gespleten lip en flipte in Australië nog tegen een cameraman. Van Harry’s zoon Archie weten we het nog niet, maar van de jonge Cambridge’jes is eveneens bekend dat ze over enig temperament beschikken. George kan een mokkende muiter zijn en kreeg van zijn moeder een uitbrander op de bruiloft van zijn tante Pippa. Charlotte wenste zich op het vliegveld van Hamburg ter aarde te storten. De driftbui werd door Kate kordaat de kop ingedrukt met ferme woorden en afleiding. Ter verdediging: Charlotte was toen nog maar twee.
- Ella Vermeulen
- BrunoPress