Als Amalia vanaf haar 18de met een diadeem zou mogen schitteren, dan weten wij er nog wel eentje.
De juwelencollectie van Oranjes is enorm en wij zouden het wel weten waar we onze uren als prinses zouden spenderen. Er is toch niks koninklijker dan snuffelen tussen al dat pracht en praal? Edwin Fellner, juwelendeskundige, heeft wel een idee voor een diadeem voor onze aanstaande koningin.
Toen koning Willem lll (19 februari 1817 - 23 november 1890) op zoek ging naar een tweede vrouw, werd hij echter niet zo blij van wat hij tegenkwam in de kluis. Na de dood van zijn eerste vrouw, koningin Sophie, zag koning Willem lll uit naar een nieuwe bruid. Die vond hij in Duitsland. In 1879 trouwde hij met de jonge Emma, prinses van Waldeck-Pyrmont. De omvang aan glitter and glamour was destijds nog dunnetjes kunnen we stellen.
De juwelen van Willems moeder, Anna Paulowna van Rusland, waren via vererving namelijk terechtgekomen bij zijn zus Sophie, de groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach. Anna’s welbekende saffieren, die perfect waren geweest voor de jonge Emma, kregen onderdak in de kluis van Willems broer, prins Frederik. Wat voor de koning overbleef, waren vooral de diamanten uit de nalatenschap van Maria Feodorovna. Ook niet slecht, maar de koning wilde zijn bruid wat meer in de watten leggen.
Nu denk je misschien: waarom deed hij dat dan niet met de juwelen van Sophie, zijn eerste bruid? Kon Emma die niet dragen? Nee, helaas niet. Die juwelen waren al weggegeven aan Willem en Alexander, de twee nog in leven zijnde zonen van Sophie. De waarde van deze nalatenschap werd destijds (1877) geschat op 500.000 Nederlandse guldens, wat nu neer zou komen op 7.000.000 euro. Ka-ching! Na het overlijden van Sophie en beide zonen kwamen de juwelen weer terug in het bezit van Willem III trouwens. Maar op dat moment greep hij dus naast de pot en moest wat anders verzinnen om zijn kersverse bruid te verwennen met heuse parure. Tijdens de verlovingsperiode ontving Emma de Stuartdiamant, de robijnen Mellerio-parure én het bekende saffieren diadeem. Je begrijpt, de koning was tot over zijn oren verliefd op de jonge Emma.
In 1879 werd ze verrast door een set bestaande uit een tiara, een collier en een devant de corsage. Het juwelenbedrijf Kempen & Zonen kreeg de opdracht om destijds een 'Koningin-waardige parure' te maken. De oorspronkelijke schets toont een tiara met een lauwerkrans-basis, bezet met grote, ronde zonnestralen van diamant en opstaande, peervormige parels. De bijbehorende devant de corsage bevatte historische huisdiamanten van het Huis van Oranje-Nassau. Het originele ontwerp van het collier was bedoeld als een soort matchende diamanten rivière met pendanten van parels en peervormige diamanten. Het origineel is ietwat anders: "De drie stukken waren duidelijk bedoeld als een matchende parure. Tijdens het proces heeft Emma daar waarschijnlijk een stokje voor gestoken, want bij de aflevering zag het collier er anders uit." Wat resulteerde in: groot, opvallend en met de Stuart-diamant als enorme hanger. Of ze er in eerste instantie blij mee is geweest weten we niet. Toch duurde het zo'n drie jaar voordat het ding voor het eerst publiekelijk gelucht werd. Emma droeg 'm op de bruiloft van haar zus, prinses Helena. Bekijk via deze link de pracht & praal.
Het duurde tientallen jaren voordat Emma's parure en public werd gespot. Maar dit keer in een gewijzigde versie en om de hals en op het hoofd van een andere prinses. Namelijk, dochterlief koningin Wilhelmina. Op de foto’s die enkele maanden voor haar inhuldiging in 1898 werden vrijgegeven, is de aanpassing van de set goed te zien. Het bovenste deel van de originele parure (met de parels en diamanten zonnestralen) is gemonteerd op een nieuw frame, het exorbitante collier met de Stuart-diamant doet dienst als versiering van de japon.
Gelukkig was Wilhelmina wél fan van de parure en droeg ze 'm meermaals op momenten waarbij er officiële foto's gemaakt werden. Jammer genoeg is er na Wilhelmina, en enkele keren bij Juliana (zie foto hierboven), geen enkele Oranje meer mee gespot en wacht het ding dus in de koninklijke kluis tot een herintroductie. Wij weten wel een goede kandidate...
- Edwin Fellner