Onlangs schreven we al dat er een groot onderzoek van start gaat naar objecten met een koloniaal verleden in de collectie van ons koninklijk huis. Deze week werd echter duidelijk dat er een tweede commissie zich bezig gaat houden met de koloniale links van het Huis Oranje-Nassau – en dit wordt een onderzoek met een behoorlijk persoonlijk randje.
Rol van de Oranjes
Al sinds 1813 zitten er in Nederland leden van het Huis Oranje-Nassau op de troon. Bijna 200 jaar geschiedenis, met daaraan voorafgaand uiteraard het stadhouderschap en de Gouden Eeuw. Maar zoals we inmiddels wel weten, had die gulden periode een diepzwarte rand van slavernij en kolonialisme.
Die periode wordt de komende tijd goed onder de loep genomen. Een onderzoekscommissie zal zich namelijk buigen over de late zestiende eeuw tot en met het postkoloniale heden, en zich daarbij richten op de rol van de Oranjes in de koloniale geschiedenis.
Knagend
Dat koloniale verleden knaagt al langer aan de Oranjes. Zo is de Gouden Koets al sinds 2016 uit beeld op besluit van onze koning vanwege het zijpaneel ‘Hulde der koloniën’. Hierover schrijft het Koninklijk Staldepartement: “Z.M. Koning Willem-Alexander heeft besloten de koets niet te gebruiken zolang er mensen in Nederland leven die de pijn van discriminatie voelen.” Sindsdien zien we de Oranjes op Prinsjesdag dus in de minder controversiële Glazen Koets.
Familiegeschiedenis
Het onderzoek vindt plaats in opdracht van niemand minder dan koning Willem-Alexander zelve. In een statement, dat deze week via de RVD naar buiten kwam, deelt W-A: "Diepgaande kennis van het verleden is essentieel om historische feiten en ontwikkelingen te kunnen begrijpen en de impact daarvan op mensen en gemeenschappen zo scherp en eerlijk mogelijk onder ogen te kunnen zien."
Hij vult aan: "Ik vind het belangrijk dat deze kennis ook beschikbaar komt ten aanzien van de rol van het Huis Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis. Dit dient te gebeuren op basis van grondig, kritisch en onafhankelijk onderzoek, waartoe ik opdracht heb gegeven."
Commissie
Het onderzoek vindt plaats aan de alma mater van Wim-Lex zelf, de Universiteit Leiden. Hier zullen vier onafhankelijke experts het onderzoek begeleiden en hoogstpersoonlijk de onderzoekers aanstellen. Het gaat om:
- Voorzitter en hoofdonderzoeker Prof. dr. Gert Oostindie, emeritus hoogleraar Koloniale en postkoloniale geschiedenis aan het Instituut voor Geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
- Dr. Esther Captain, historicus en senior onderzoeker en staflid bij het (KITLV) in Leiden met als specialisme postkoloniaal Nederland in relatie tot Indonesië en het Caribisch gebied.
- Drs. Kathleen Ferrier, deskundige op het gebied van internationale betrekkingen, mensenrechten, diversiteit en inclusie.
- Prof. dr. Henk te Velde, hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan het Instituut voor Geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
Alleen uiteraard experts in het veld, maar voorzitter Gert Oostindie heeft helemaal een bijzondere band met het onderwerp. Zo bracht hij in 2006 al eens het boek De parels en de kroon uit, over de de historische rol van het Huis Oranje-Nassau in de de koloniale geschiedenis.
Het onderzoek zal drie jaar in beslag nemen, dus eind 2025 kunnen we de eerste onderzoeksresultaten verwachten. Dat is ruwweg een jaar na de eerste conclusies over de koninklijke collectie, dus we zullen nog wel even geduld moeten hebben.
Bron: RVD | Beeld: Brunopress