Konnichiwa! Onze tips voor een onvergetelijke reis naar Japan

Japan is heel bijzonder. Dat begint al op het vliegveld. Er zijn ‘toiletten’ voor hulphonden. Ontprikkelruimtes voor hen die dat nodig hebben. En er ligt geen papiertje of stofje op de vloer. Het zijn de stilste vliegvelden ter wereld, want Japanners zijn erg introvert. Je kunt gerust in een bomvolle metro stappen en níemand horen praten. Gelukkig hebben wij als toeristen genoeg om over te babbelen. Want wat ís het een fascinerende bestemming.

Afslank-ijsthee

Zo is Japan het land met de grootste automaatdichtheid van de wereld. We spotten er zelfs één in een afgelegen weiland. Meestal staan er zes automaten op een rij met de meest uiteenlopende drankjes. Sap en water, maar ook (warme) pompoensoep en groene thee met vetverbrander. Ook automaten met kattenmutsjes en hondentruitjes zijn nooit ver weg. En wat te denken van de entertainmentindustrie? Er zijn robot-restaurants, maar ook cafés waar dieren centraal staan, zoals honden, katten, uilen, otters en egels.

Het land is druk en vol, maar daar merk je vrij weinig van. Japan mag dan een natie met 124 miljoen inwoners zijn en Tokio een agglomeratie van 37 miljoen mensen, de drukte is alles behalve chaotisch. Of je nu met de metro gaat en keurig de gele lijnen volgt, op straat in de rij wacht om het openlucht-rookhok in te mogen of op het drukste kruispunt van de wereld staat (Shibuya): Japan bewijst dat regels werken wanneer iedereen ze volgt.

Tokio

Ga je naar Japan, dan MOET je naar Tokio. In de hoofdstad komt alles samen: cultuur, tempels, musea en typisch Japans vermaak zoals automatenhallen, arcadespellen en locals die op straat voorbijracen in een kart, verkleed als banaan. Een must see voor toeristen is Senso-ji, een boeddhistisch tempelcomplex bestaande uit een eeuwenoude pagode, altaartjes en de Nakamise-dori winkelstraat.

Het is niet alleen enig om het tempelcomplex vast te leggen, maar ook de bezoekers. Japanners vinden het leuk om traditionele pakjes te huren, voor hem én haar, en zich daarin bij Senso-ji te laten vereeuwigen door een professionele fotograaf. Super cute om te zien en iets wat de meeste nuchtere Nederlanders nóóit zouden doen.

Tokio barst van de bijzondere wijken. Je hebt zo’n vier dagen nodig om ze allemaal te verkennen. Ronduit hysterisch is Harajuku, een soort ‘Kalverstraat op ecstacy’. Niet alleen de hippe winkels zijn een lust voor het oog, maar ook het jonge publiek dat, verkleed als manga meisje, anime figuurtje, Spice Girl of Lolita, over straat flaneert of in de rij staat bij een eetboetiek om kunstzinnige ijsjes te kopen waarmee ze kunnen shinen op TikTok.

Tokio is een échte must visit. Maar waarmee combineer je deze fascinerende stad? Wij selecteerden drie interessante opties.

Voor de first timers: Kyoto

Deze combinatie zal geen verrassing voor je zijn, want Tokio en Kyoto, dat ruim duizend jaar lang de keizerlijke hoofdstad was van Japan, worden vaak in één adem genoemd.

Kyoto biedt ontelbaar veel heilige plekken, tempels en altaren (de meest gefotografeerde plek van Japan is de Fushimi Inari-taisha tempel in Kyoto), maar staat ook bekend als een van de laatste steden waar je nog een glimp kunt opvangen van de mysterieuze geisha’s (in de wijk Gion). Je komt er vanuit Tokio met de bullet train die je met driehonderd kilometer per uur in zo’n twee uur naar Kyoto ‘schiet’.

Voor de zonaanbidders: Okinawa

Het Hawaï van Japan, op drie uur vliegen van Tokio. Een fijne plek om bij te komen met witte stranden, een azuurblauwe zee en tropische kustlijnen vol palmbomen. Okinawa bestaat uit enkele honderden eilandjes, de hoofdstad is Naha. Eén van de mooiste stranden, Aharen Beach, ligt op 35 minuten varen van Naha en is Het Perfecte Bounty Strand. (Andere fraaie opties zijn Kondoi Beach en Yonaha Maehama Beach.) Okinawa staat bekend als een geweldige duik- en snorkelbestemming. Je ziet er zeeschildpadden, octopussen en mantaroggen, kleurrijk en onaangetast koraal en heel veel tropische vissen.

Maar er zijn ook interessante bezienswaardigheden die zich bóven het wateroppervlak bevinden:

- De Vallei van Gangala bestaat uit een weelderig subtropisch bos met onder andere een gigantische banyanboom van honderdvijftig jaar oud - een heilige boom die geesten herbergt - en verschillende kalkstenen grotten waar je doorheen loopt met in je hand een schattig old school lantaarntje. Het is een interessant uitstapje met aan het begin een zeer Insta-waardig kopje koffie in het Cave Cafe, gelegen in de grot.

- In de Nakjin Castle Ruins ontdek je hoe het kasteelleven van Okinawa was in de 13de eeuw tijdens een rondleiding door de ruïnes. Bezoek ook het kleine bijbehorende museum met voorwerpen die op het kasteelterrein zijn opgegraven, zoals Chinees aardewerk, munten en documenten. Fingers crossed dat de vele kersenbloesems op het terrein in bloei staan als jij erlangs struint voor wat extra (mooie) kiekjes!

- Tsuboya Yachimun Street is een authentiek en pittoresk straatje in Naha (een van de weinige plekken die niet is plat gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog) met veel groen en idyllische winkeltjes in het teken van handenarbeid, zoals pottenbakken. Een aanrader is Tsuboya Pottery Studio Ikutouen, waar je kunt bestuderen hoe verschillende creaties gemaakt worden, maar waar je zelf ook een cursus Japans pottenbakken kunt boeken.

Voor de avonturiers: Kyushu

Kyushu, het derde eiland van Japan qua grootte, ligt op zo’n twee uur vliegen van Tokio. Het eiland vormde de bakermat van de Japanse samenleving en staat bekend om haar vele historische gebouwen, prachtige natuur, uitgestrekte landbouw en moderne steden. Voor liefhebbers van een mooie huid zijn Beppu en Yufuin een must.

Je vindt in beide gebieden talloze hete bronnen (dankzij de Tsurumi-vulkaan), resorts, spa’s en andere Japanse wellnesscentra. Wij verbleven in Yufuin in het Onjuku Yagura, een traditioneel hotel met een eigen ‘onsen’ bij de slaapkamer, dat is een bad met water uit een vulkanische geiser. (Een slaapkamer zonder bed maar mét futon, een matje op de grond. #lekkerauthentiek)

Ook lekker authentiek:

- Umi Jigoku Een ‘onsen’ zo blauw als de oceaan… Het water van Umi Jigoku, een van de negen ‘hellen’ van Beppu, is prachtig kobaltblauw, iets wat zelfs bij Japanse warmwaterbronnen zeldzaam is. Deze ‘onsen’ is te warm om in te pootjebaden, maar heerlijk om naar te kijken.

- Veertig kilometer van Beppu vind je Usuki, een stad waar de overblijfselen uit het verleden onveranderd zijn gebleven, waaronder smalle straatjes, talloze tempels en rijen samoerai woningen. Je vindt er onder meer de Usuki Stone Buddhas, ruim zestig Boeddha’s uitgehouwen in de rotsen, die gehuld zijn in veel mysteries. Het enige wat we wel zeker weten, is dat ze al ongeveer duizend jaar over ons waken…

Kortom: tijd om de reis van je dromen te boeken? Voor meer info en tips over Japan: Japan.travel/en/uk/