Of je nu een échte champagne te pakken hebt of stiekem 'gewoon' een mousserend wijntje: het is key dat je lekker de hele avond kunt bubbelen. Helaas geldt dat na verloop van tijd de bruis steeds verder afneemt. Betekent dit dat je dan maar een slap glas champagne achterover moet slaan? Welnee!
Timing is key
Het is wellicht een open deur, maar een gouden tip om te zorgen dat je champagne lekker bubbelt bij het moment suprême, is de timing. Ontkurk die fles pas op het moment dat het tijd is om te proosten.
Dat zit zo: de kleine bruisende belletjes in je champagne zijn gevuld met koolstofdioxide, een soort gas. Zodra je een fles opent, kunnen deze belletjes aan het oppervlakte knappen en verdwijnen in de lucht. Zolang een fles gesloten blijft, gebeurt dit niet.
Dooie boel
Bevat jouw champagne geen bubbels meer? Met een beetje geluk vind je jouw redder in nood gewoon in je voorraaskast: een rozijn. Een gedroogde druif is namelijk het enige wat je nodig hebt om je champagne of een andere mousserende drank tot leven te wekken.
Het werkt heel simpel: laat de rozijn in de fles vallen en wacht een paar minuten af terwijl dit wondermiddeltje z'n werk doet. Daarna bubbelt je champagne weer als vanouds – of in ieder geval meer dan-ie daarvoor deed.
Hoe dat kan? Het overgebleven koolstofdioxide klampt zich aan de ribbels van de druif vast. Er ontstaan weer bubbels wanneer dit vervolgens loslaat. De rozijn voegt dus geen extra koolzuur toe, maar stimuleert je drankje om weer te bruisen.
Knallende avond
Enige voorzichtigheid is overigens wel geboden. Let erop dat je een fles bubbels met een rozijn erin nooit afsluit met een kurk of dop. Door de hoeveelheid koolzuur kan de druk namelijk flink opbouwen, waardoor je fles uit elkaar kan spatten. En dat is niet helemaal wat we bedoelen met een knallende avond...
- Beau Monde archief
- NL Beeld