Rond de feestdagen en de jaarwisseling kan een glaasje champagne natuurlijk niet ontbreken. Maar hoe worden die feestelijke bubbels eigenlijk gemaakt? We nemen je mee door het proces - van wijngaard tot knallende kurk!
De juiste druiven
Alles begint met de druiven, en die zijn cruciaal voor de kwaliteit van champagne. Traditioneel worden drie soorten gebruikt: Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier. Deze druiven groeien op kalkrijke bodems in de Champagne-regio van Frankrijk, die zorgt voor hun unieke smaakprofiel. Tijdens de oogst worden ze zorgvuldig met de hand geplukt om beschadiging te voorkomen. Want een goede champagne begint bij perfect fruit.
De term 'champagne' verwijst enkel naar mousserende wijn uit de Franse regio Champagne. Komt de wijn hier niet vandaan? Dan mag 'ie ook niet zo heten. Champagne moet bovendien worden geproduceerd volgens de 'methode traditionnelle', wat inhoudt dat de wijn zijn bubbels krijgt door een tweede fermentatie in de fles.
Persen en fermenteren
Na de oogst worden de druiven direct geperst, zodat het sap zo puur mogelijk blijft. Voor witte champagne van blauwe druiven wordt extra voorzichtig gewerkt, om te voorkomen dat de schil het sap kleurt. Het druivensap, ook wel most genoemd, gaat vervolgens de eerste fermentatie in. Hierbij zet gist de natuurlijke suikers om in alcohol en ontstaan de eerste subtiele aroma’s.
De tweede gisting
De échte magie van champagne zit 'em in de tweede gisting. Deze tweede gisting vindt plaats in de fles volgens de méthode traditionnelle. Hier wordt een mengsel van suiker en gist toegevoegd, waardoor het koolzuur ontstaat dat champagne zijn beroemde bubbels geeft. Tijdens dit proces komt er een enorme druk op de fles en de kurk te staan – soms wel zes keer de luchtdruk van een autoband!
Een klein geschiedenisfeitje tussendoor: in de 15e eeuw ging dit vaak mis. De flessen ontploften door de druk van het koolzuur. De monnik Dom Pérignon (wiens naam nog steeds synoniem staat aan champagne) wist dit uiteindelijk te controleren en legde de basis voor de champagne zoals we die nu kennen. Zijn geheimen werden generaties lang strikt bewaard door keldermeesters. Tegenwoordig wordt de tweede gisting veilig beheerst met een kroonkurk.
Remuage en dégorgement
Na de wettelijke rijpingstermijn van minimaal 60 dagen in een koele kelder, worden de flessen met de hals schuin naar beneden geplaatst in speciale rekken. Hier blijven ze minstens 13 maanden staan. Tijdens deze periode draait de wijnboer de flessen regelmatig een kwartslag, een techniek die bekendstaat als remuage. Dit zorgt ervoor dat het bezinksel aan dode gistcellen zich verzamelt in de hals van de fles.
De dégorgement (ontgisting) is de laatste stap. De Champagnefles wordt ondersteboven gehouden terwijl de flessenhals wordt bevroren door middel van een ijs/zout-bad. Hierdoor ontstaat in de hals een prop van bevroren wijn die de dode gistcellen bevat. Wanneer de flesdop wordt verwijderd, zorgt de druk van de kooldioxide ervoor dat de prop met het bezinksel uit de fles gespoten wordt. Hierna wordt de fles aangevuld met een mengsel van witte wijn, brandy en suiker.
Proosten maar!
Het moge duidelijk zijn: aan de fles champagne die jij met Oud en Nieuw opentrekt, is een heel proces voorafgegaan. Niet zo gek dus, dat je voor een échte champagne ook een wat hogere prijs betaalt. Santé!
- Your Wine Online, Njam, Wijnvoordeel
- Pexels